De Nederlandse investeringscultuur is niet toegerust op het investeren in innovatie in de High-Tech sector. Zowel particuliere investeerders als instanties missen vaak de specialistische kennis en het inzicht om investeringen in innovatie in deze sector op waarde te kunnen schatten. Buitenlandse investeerders streven daarbij regelmatig Nederlandse investeerders voorbij als het gaan om investeringen in de High-Tech sector.
Dit blijkt uit een rapport van kredietverzekeraar Euler Hermes , in samenwerking met Brainport Industries.
In tegenstelling tot buitenlandse investeerders, stelt de Nederlandse investeringscultuur veilig en snel rendement op de investering centraal. De High-Tech sector leent zich hier echter slecht voor. Daarnaast wordt weinig budget toegewezen voor investeringen in de sector. Walter Toemen, directeur Risk bij Euler Hermes : ‘De shareholder-value is in Nederland dermate belangrijk geworden dat het steeds vaker innovatie dwars zit. In Nederland moet één investering meteen raak zijn.
In bijvoorbeeld de VS wordt er tien keer geïnvesteerd, waarvan er altijd wel één succesvol is. Vooral institutionele investeerders hechten veel belang aan verwacht rendement. Dat is moeilijk in te schatten bij dit type innovatie omdat het hen aan vakspecifieke kennis ontbreekt. Pas wanneer er sterke garanties zijn of grote marktpartijen zich aan het project verbinden, zijn banken bereid om te investeren. Dit heeft als gevolg dat Nederlandse investeerders vaak de boot missen als het gaat om innovatiekansen van eigen bodem. Terwijl juist de High-Tech sector een belangrijke drijvende kracht is achter de economie.’
Het probleem is dat er naast de traditionele investeerders weinig andere investeerders in Nederland zijn die bereid zijn om in de High-Tech sector te investeren. De sleutel tot verhoogde investeringen in innovatie in de High-Tech sector zou de overheid kunnen zijn, door middel van subsidies. Echter zijn ook de investeringsfondsen van de overheid vaak niet toegespitst op de snelheid waarmee de High-Tech sector werkt. Toemen: ‘De beoogde innovatiemogelijkheden zijn vaak vakspecifiek en staan ver af van de consument.
Ook voor de overheid, op alle niveaus, is dit lastig in het kader van subsidiering. Naast het feit dat snelheid vaak ontbeert, is ook de bereidheid om risico aan te gaan niet groot genoeg. Sectorspecifieke fondsen, die wel beschikken over de kennis om de waarde van innovatie in de High-Tech sector in te schatten, bieden uitkomst. Deze komen vooralsnog slechts in zeer beperkte mate voor.’