Short selling heeft onterecht een slechte reputatie. Dit komt met name door beleggers op de markt die short selling op een specifieke manier toepassen. Maar short selling an sich is niet ethisch verwerpelijk, schrijft Duncan Lamont, hoofd research bij Schroders .
Duncan Lamont |
Het lijkt op het eerste gezicht niet netjes om een strategie te volgen die erop gericht is financieel gewin te halen uit dalende aandelenkoersen. Dit zogenaamde 'short selling' wordt vaak in verband gebracht met schreeuwende krantenkoppen die bedrijfsfaillissement, marktmisbruik en de bezorgdheid van beleidsmakers over de ondermijning van financiële markten door deze praktijk verkondigen. Maar de waarheid is complexer. Short selling kan juist helpen om risico’s te beheersen en draagt zelfs bij aan een betere markt efficiency.
Short selling houdt in dat een belegger een aandeel van een aandeelhouder leent om het vervolgens onmiddellijk te verkopen in de hoop dat de prijs ervan zal dalen zodat hij het later tegen een lagere prijs kan terugkopen. Op basis van de koersdaling van het aandeel maakt hij zijn winst. In dat stadium geeft hij het geleende aandeel terug aan de oorspronkelijke aandeelhouder, die een vergoeding ontvangt. Aan deze uitleenstrategie kleeft een aantal extra risico’s en kosten in vergelijking met een traditionele beleggingsstrategie. Zo nemen short sellers meestal posities in voor een relatief korte tijdsduur. Een andere manier om van koersdalingen te profiteren is door middel van derivaten of termijncontracten (futures), waarvan de onderliggende waarden grondstoffen, producten (aardappelen) of dieren (varkens), maar ook valuta en (beurs)indices kunnen zijn.
Short selling ondermijnt niet direct de gezondheid van een bedrijf, net zo min als het kopen van aandelen van een bedrijf de fundamentals ervan verbetert. Het is dan ook niet zozeer de vraag of short selling ethisch is, maar hoe beleggers short selling toepassen. Lamont identificeert vier type short sellers.
De activistische short seller hanteert een meer extreme benadering door op zoek te gaan naar manieren om een koersdaling in gang te zetten. Hij zoekt de publiciteit en draagt argumenten aan waarom een bedrijf te hoog gewaardeerd zou zijn. Er zit een positieve kant aan, omdat het bestuur van het bedrijf zodoende gedwongen wordt bepaalde zwakke plekken in de bedrijfsvoering aan te pakken.
Het zijn de extreme activistische beleggers die ‘short selling’ een slechte naam bezorgen. Sommigen hebben zich zelfs schuldig gemaakt aan het verspreiden van ongegronde en kwaadaardige geruchten in de pers opdat de aandelenkoers van het bedrijf daalt en zij hun winst kunnen maken. Maar tegelijkertijd kunnen ze op deze manier gezonde bedrijven in financiële moeilijkheden brengen.