De gevaarlijke handelsafhankelijkheid van de EU

Zoals de energiecrisis als gevolg van de Russische oorlog tegen Oekraïne duidelijk heeft aangetoond, lijdt de EU onder lastige externe afhankelijkheden. Misschien nog gevaarlijker dan de afhankelijkheid van olie en gas uit Rusland is dat China niet alleen een belangrijke exporteur naar de EU is, maar ook op de derde plaats staat van de exportbestemmingen van de EU.

Ondanks de duidelijke risico's van het onderhouden van zulke nauwe economische betrekkingen met autoritaire regimes, zal de handelsafhankelijkheid van de EU waarschijnlijk blijven bestaan als de bestaande institutionele structuren ongewijzigd blijven. Om te voorkomen dat de positie van de EU in de wereldeconomie steeds kwetsbaarder wordt, is dus een beleidswijziging nodig die niet alleen gericht is op het verschuiven van economische stimulansen voor bedrijven, maar ook op het verzoenen van duurzaamheidsdoelstellingen met geopolitieke vereisten, aldus Agnieszka Gehringer van het Flossbach von Storch Research Institute.

Handelsafhankelijkheid van de EU in kaart

De handelsbetrekkingen van de EU zijn op enkele landen gericht. Zeker sinds de inval van Rusland in Oekraïne moeten de nauwe banden met China als een belangrijke bron van politieke en economische risico's worden beschouwd. Tegen de verwachting in leiden nauwere handelsbetrekkingen met autoritaire regimes niet alleen niet tot verschuivingen in de richting van meer democratie, maar kunnen deze regimes ook worden gebruikt als een instrument om hun handelspartners te chanteren.Meer bepaald komt momenteel bijna 23% van de totale invoer van de EU uit China, gevolgd door 11% uit de VS en ongeveer 8% uit Rusland. Aan de exportzijde is het grootste aandeel van 18% in handen van de VS, gevolgd door 13% voor het VK en 10% voor China (figuur 1).

Figuur 1. Aandeel van landspecifieke invoer en uitvoer in de respectieve totalen in de EU-27

Export import world

Bron: Eigen uitwerking Flossbach von Storch Research Institute op basis van Eurostat en Comtrade-database

Terwijl de handelsafhankelijkheid van de EU van Rusland enigszins is afgenomen na de Russische annexatie van de Krim begin 2014, zijn de handelsbetrekkingen met China verder toegenomen, zowel aan de export- als aan de importzijde (figuur 2).

Figuur 2. Invoer/uitvoer EU-27 uit/naar Rusland en China als aandeel in de totale invoer/uitvoer van de EU

Ue 27 import

Bron: Eigen uitwerking Flossbach von Storch Research Institute op basis van Eurostat en Comtrade-database

Handelsbetrekkingen van afzonderlijke EU-landen met China

Van de drie grootste EU-lidstaten heeft Duitsland de sterkste handelsbetrekkingen met China, zowel wat de invoer als wat de uitvoer betreft. De betrekkingen zijn de laatste twee decennia aanzienlijk toegenomen, van 3,4% tot 11,9% voor de invoer en van 1,6% tot 7,6% voor de uitvoer. Zowel Frankrijk als Italië hebben hun handelsbetrekkingen ook uitgebreid in vergelijking met het begin van het nieuwe millennium. De exportafhankelijkheid van Frankrijk ten opzichte van China is toegenomen van 1% in 2000 tot bijna 5% in 2021. Tegelijkertijd is Frankrijk erin geslaagd zijn invoerafhankelijkheid te verminderen van 9,2% in 2015 tot 6,7% in 2021, terwijl de respectieve handelsaandelen van Italië de afgelopen tien jaar een zijwaartse beweging hebben gemaakt (figuur 3).

Figuur 3. Handelsafhankelijkheid van China (aandeel van de invoer uit en de uitvoer naar China ten opzichte van de totale invoer/uitvoer) in de drie grootste EU-lidstaten

China export

Bron: Eigen uitwerking Flossbach von Storch Research Institute op basis van Comtrade-database

Kwetsbaarheden op productniveau

Binnen de brede productgroepen zijn de buitenlandse handelsbetrekkingen van de EU het sterkst voor machines en vervoermaterieel. In 2021 is het aandeel van deze productgroep in de EU-invoer gestegen van 29% in 2010 tot 32% in 2021 (figuur 4). Het overeenkomstige exportaandeel daalde van 42% in 2010 tot 38% in 2021 (figuur 5).

Figuur 4. EU-invoer in alle productgroepen, als aandeel van de totale invoer

Sector performances

Bron: Eigen uitwerking Flossbach von Storch Research Institute op basis van Eurostat-database

Figuur 5. EU-uitvoer in alle productgroepen, als aandeel van de totale uitvoer

Export europa

Bron: Eigen uitwerking Flossbach von Storch Research Institute op basis van Eurostat-database

Voor de invoer van de EU in bijna alle in figuur 4 genoemde productcategorieën speelt China een dominante rol, hetgeen de opkomst van het land als industriële grootmacht sinds de jaren zeventig weerspiegelt.

Hoewel niet elke handelsrelatie - vooral aan de invoerzijde - op zich toxisch is, wordt zij dat wel als zij leidt tot "strategische afhankelijkheid". Dit is het geval als tegelijkertijd aan drie voorwaarden is voldaan:

1) Het land/de regio is netto-importeur van een goed.
2) Het land/de regio importeert meer dan 50% van zijn totale invoer van het goed van één partner.
3) De partner bezit ten minste 30% van het mondiale marktaandeel voor het betrokken goed.
Bij strategische afhankelijkheid is het voor het land moeilijk om zijn invoer gemakkelijk af te leiden van de exporteur, die een dominante speler is op de wereldmarkt.

Volgens deze definitie tonen de tabellen 1 en 2 de strategische invoerafhankelijkheid van de EU van China voor de belangrijkste categorieën eindverbruik en intermediaire goederen vanaf 2021. Beide indelingen zijn gebaseerd op invoerwaarden voor 6-cijferige productcategorieën van het Harmonized System (HS). ​ Dit geeft een gedetailleerd beeld van de goederen die worden verhandeld.

Van de tien belangrijkste consumptiegoederen is de importafhankelijkheid het grootst voor belangrijke elektronische apparaten. Zo was in 2021 meer dan 70% van de totale invoer van mobiele telefoons in de EU afkomstig uit China en had China bijna 56% van het wereldwijde marktaandeel in deze productcategorie. Evenzo voert de EU voor automatische gegevensverwerkende machines, speelgoed op wielen, videospelletjes en andere schoenen dan sportschoenen respectievelijk 93%, 83%, 76% en 58% in uit China, waarbij China meer dan 50% van de respectieve wereldwijde marktaandelen bezit. (Tabel 1)

Maar nog belangrijker is de strategische afhankelijkheid van intermediaire goederen. Het niet beschikbaar zijn van een essentiële productiefactor kan de industriële productie direct en indirect in de toeleverings- en waardeketen verstoren. Dit geldt vooral als er niet gemakkelijk en tijdig alternatieve leveranciers kunnen worden gevonden.De EU is bijzonder afhankelijk van verschillende categorieën elektrische machines en apparatuur en onderdelen daarvan, van machines en mechanische apparaten, van onedele metalen en glas, alsmede van verschillende categorieën organische en anorganische chemicaliën (tabel 2).

Hoewel het geen geavanceerde technologische goederen zijn, zijn veel van deze producten kritische inputs in de toeleveringsproductie en maken zij de gehele industriële processen kwetsbaar voor schokken.

Zo is de groene-energiesector van de EU - met name de windenergiesector - sterk afhankelijk van de levering door China van magnetische metalen die een essentieel onderdeel vormen van windturbines en moderne elektromotoren. Ook mineralen voor batterijen voor elektrische auto's worden doorgaans door Chinese bedrijven gedolven en geraffineerd.

Tabel 1. Strategische afhankelijkheid van de EU van invoer uit China voor geselecteerde categorieën consumptiegoederen, ingedeeld volgens de afnemende waarde van de totale EU-invoer van de goederen, gegevens voor 2021

Europa economy

Bron: Eigen uitwerking Flossbach von Storch Research Institute op basis van Comtrade-database

Tabel 2. Strategische afhankelijkheid van de EU van invoer uit China voor geselecteerde categorieën intermediaire goederen, ingedeeld volgens de afnemende waarde van de totale EU-invoer van de goederen, gegevens voor 2021

Europa export china

Bron: Eigen uitwerking Flossbach von Storch Research Institute op basis van Comtrade-database

Uitweg uit het dilemma

Gezien de toenemende geopolitieke spanningen leidt de toenemende economische afhankelijkheid van de EU - vooral van China - tot het verlies van strategische soevereiniteit. China heeft in het verleden al laten zien dat het bereid is zijn potentieel voor economische chantage te gebruiken bij de levering van cruciale hulpbronnen. Al in 2009 boycotte China de uitvoer van zeldzame aardmetalen die cruciaal zijn voor de computerproductie. Onder leiding van Xi Jinping zal de druk waarschijnlijk nog toenemen.

Het verminderen van de onderliggende afhankelijkheid moet dus een prioriteit zijn voor het industriebeleid van de EU. Het gaat er vooral om het handelskader en de economische stimulansen aan te passen om doelgerichte structurele veranderingen aan te moedigen. Een zinvol instrument is de afschaffing of althans een aanzienlijke vermindering van de investeringsgaranties voor bedrijfsactiviteiten in en met China.

Een andere doeltreffende strategie zou de ontwikkeling van nieuwe export- en importmarkten kunnen zijn door middel van intergouvernementele overeenkomsten waarbij bestaande handelsbelemmeringen worden opgeheven en aantrekkelijke investeringsvoorwaarden worden gecreëerd. De kortetermijneffecten van een verschuiving weg van China zouden gepaard kunnen gaan met een verlies aan efficiëntie en winst. Maar diversificatie zou op middellange tot lange termijn vruchten moeten afwerpen wanneer de nieuwe capaciteiten voldoende ontwikkeld zijn om schaal- en toepassingsvoordelen op te leveren.

Diversificatie zou al lang geleden zijn benadrukt als de EU haar eigen zeer hoge normen inzake ecologische en sociale duurzaamheid serieuzer had genomen. In plaats daarvan bracht een kortzichtige strategie niet alleen de duurzaamheid zelf, maar uiteindelijk ook de geopolitieke integriteit van de EU in gevaar. Aangezien dit laatste een essentiële voorwaarde is voor het eerste, is het hoog tijd dat de EU haar prioriteiten heroverweegt.