Macroscoop: Back in the U.S.S.R.?

Door Alexis Bienvenu, Fund Manager La Financière de l'Echiquier.

De inval van het Russische leger in Oekraïne sinds 24 februari berokkent de slachtoffers, gewonden en vluchtelingen, onnoemelijk leed. Van op afstand roepen de gebeurtenissen herinneringen op aan duistere periodes uit het verleden, zoals de invasie van Afghanistan door de Sovjetunie in 1979 of die van Koeweit door Irak in 1990. Twee gevallen overigens waarin de aanvaller, ook al stond die op papier het sterkst, uiteindelijk de aftocht moest blazen ...

Ook de nostalgie waarmee de president van Rusland vandaag over het Sovjettijdperk spreekt, in combinatie met zijn beschuldigende toon tegenover de NAVO, lijkt ons terug te brengen naar het tijdperk van de koude oorlog. Zijn we "Back in the U.S.S.R.", zoals de Beatles in 1968 zongen … uitgerekend kort nadat het Sovjetbewind de 'Praagse lente' had verpletterd?

Die vergelijking gaat alvast op voor het 'anti-imperialistische' discours – al is dat niet langer met een communistische saus overgoten. Ook het autocratische regime en de strenge censuur in Rusland wijzen in die richting.

Inzake economische en geopolitieke gevolgen voor de rest van de wereld is de situatie echter niet te vergelijken. In economisch opzicht heeft dit lokale conflict namelijk onmiddellijk veel grotere wereldwijde gevolgen dan de vele Sovjetconflicten uit het verleden (uitgezonderd de Tweede Wereldoorlog, uiteraard). Het heeft de prijs van de meeste grondstoffen doen ontploffen en zo de inflatie naar ongeziene hoogten gestuwd. Natuurlijk waren er ook tijdens de koude oorlog conflicten met een verregaande economische impact. De Vietnamoorlog, bijvoorbeeld, plunderde de Amerikaanse schatkist en bespoedigde het einde van de goudstandaard ten gunste van de dollar. Die oorlog had echter geen noemenswaardige invloed op de grondstoffentoevoer. De omstandigheden van vandaag komen nog het dichtst in de buurt van de olieschok van eind 1973, maar die hield niet meteen verband met de koude oorlog. In enkele maanden tijd verviervoudigde toen de olieprijs. Tijdens een tweede schok in 1979 werd olie nog eens bijna drie keer zo duur. Zo ver zijn we momenteel weliswaar nog niet, maar het conflict is nog niet afgelopen en het treft ook andere grondstoffen, met name enkele metalen die cruciaal zijn voor de energietransitie (palladium, nikkel, kobalt e.d.) en essentiële landbouwgrondstoffen (tarwe, maïs, soja e.d.). De schok die we vandaag op de grondstoffenmarkten beleven is dus vooralsnog misschien minder hevig, maar wel een stuk breder. Bovendien stonden een aantal goederen (auto's, halfgeleiders) en sectoren (in het bijzonder Amerikaans vastgoed) toch al zwaar onder druk.

De twee olieschokken uit de jaren 1970 veroorzaakten een economische ravage. Ze maakten een einde aan wat men in Frankrijk de Trente Glorieuses noemt, de drie gouden decennia na de Tweede Wereldoorlog. De afgelopen dertig jaar waren lang niet zo 'glorieus' – de huidige inflatie maakt niet echt een einde aan een tijdperk van grote economische voorspoed. Ze kan echter wel het einde inluiden van een ander tijdperk: dat van wereldwijd verruimende centrale banken – afgezien van enkele perioden van zeer voorzichtige renteverhogingen – en een gestaag dalende nominale rente. Als de inflatie het economische systeem eenmaal is ingeslopen, bestaat er namelijk geen pijnloze remedie voor, zeker niet als zij zoals nu veroorzaakt wordt door een combinatie van een sterke vraag en een krimpend aanbod. Mogelijk valt ze alleen te bedwingen met een drastische verhoging van de richtrente, maar daar deinzen de centrale banken vandaag voor terug omdat dat de economie zou afremmen. Ze schuiven wel op in die richting, maar lopen duidelijk achter op de feiten en blijven uiterst terughoudend. Zo ligt de richtrente in de VS nog altijd dicht tegen 0%, terwijl de inflatie er al bijna 8% bedraagt. In Europa houdt de ECB vast aan een negatieve richtrente, terwijl zij in 2022 bijna 5% inflatie verwacht! Als de inflatie nog verder op hol zou slaan, zal het nodig zijn om veel krachtiger in te grijpen en de hele economie te vertragen.

Consumenten overal ter wereld zullen dus het effect van het conflict voelen, net als productiebedrijven die afhankelijk zijn van grondstoffen en zelfs dienstverlenende bedrijven, die kunnen lijden onder een mogelijke achteruitgang van het consumentenvertrouwen, meer economische onzekerheid en minder gunstige financieringsvoorwaarden.

Te midden van die malaise ontvouwt zich niettemin een nieuwe economische realiteit, die tal van kansen biedt. De eerste winnaars worden bedrijven die actief zijn in lokale of hernieuwbare energievoorziening of in energie-efficiëntie. Ook defensie- en beveiligingsbedrijven zullen er versterkt uitkomen, met name dankzij de herbewapeningsplannen van Duitsland, dat zopas een einde heeft gemaakt aan 70 jaar van bescheiden militaire investeringen. De traditionele energieproducenten, tot slot, zullen uit hun fors gestegen winsten kunnen putten om hun energietransitie vooruit te helpen. Globaal genomen kunnen we stellen dat elk bedrijf dat helpt om grondstoffen te optimaliseren of Europa helpt om zelfvoorzienend te zijn op het gebied van strategische goederen, diensten en materialen, naar verwachting de wind in de zeilen zal hebben. Zoals de reiziger in het liedje van de Beatles die terugkeert naar de USSR: "you don’t know how lucky you are, boy".