MFS: Globalisering uitgeput, waardeketens in gevaar

Jarenlang had de verregaande globalisering een positief effect op de winstmarges van multinationals, die daar dankbaar van profiteerden en op inspeelden met hun beleid. Maar de invoering van de euro, de oprichting van NAFTA en China’s toetreding tot de Wereldgezondheidsorganisatie hebben geleid tot ‘hyperglobalisering’. De globalisering lijkt op zijn eind en dat kan een negatieve werking hebben op de marges, schrijft hoofdeconoom Erik Weisman van de Amerikaanse vermogensbeheerder MFS in het bijgevoegde ‘Markets Insight: Globalization, from Tail Wind to Head Wind’. De globalisering heeft zijn piek bereikt en verdere groei ervan zou bijna geen voordelen meer opleveren", aldus de econoom.

"De enorme toename van de huidige wereldwijde waardeketen wordt sinds de invoer van het Bretton Woods-systeem ondersteund door instanties als de WTO en het IMF, door de centrale rol van de dollar als ’s werelds belangrijkste reservevaluta en de Verenigde Staten als handhaver van alle regels. De waardeketen wordt gestut door een constante daling van internationale heffingen, Maar de stijgende welvaartsongelijkheid en de opkomst van het populistisch denken over de hele wereld, gelden als belangrijke signalen dat de groei van de globalisering op zijn eind is of misschien zelfs al op zijn retour", aldus Weisman.

De handelsoorlog tussen de VS en China werpt de vraag op in hoeverre de wereldwijde waardeketen eigenlijk bestand is tegen stijgende heffingen. Als de VS een heffing van 25% op goederen uit China oplegt, zou dat het hoogste importtarief zijn sinds de jaren zestig. "En daar zijn de wereldwijde waardeketens niet op gebouwd, die rekenen op een wereld met lage heffingen, waarin vrijhandel wordt gezien als een collectief goed. De recente omschakelingen brengen de waardeketen, die vele miljarden dollars waard is, dan ook in gevaar", weet Weisman.

Marges in gevaar

Ondernemingen hebben alles op alles gezet om zoveel mogelijk winst te behalen en er lijkt geen ruimte voor tegenslag in de beurskoersen, constateert Weisman. "Als de globalisering afneemt en wereldwijde waardeketens worden ondermijnd of worden gedwongen dure aanpassingen te doen, dan zullen brutomarges hieronder lijden. Bedrijven die hun bovengemiddelde marges niet behalen doordat ze zulke goede producten hebben, maar eerder doordat ze hun waardeketen goed op orde hadden, lopen dan het meest gevaar: hun positie kan onhoudbaar worden zonder het zetje in de rug van economische meewind."

Weisman merkt ook op dat door deze verschuivingen een aandelenselectie steeds belangrijker wordt: naar mate de conjunctuur op zijn eind loopt, worden beleggers veel kieskeuriger en laten ze zowel cyclische aandelen van een lage kwaliteit links liggen, als bedrijven die veel schulden hebben en waarvan de winstmarges dalen. "Als het bedrijfsklimaat verandert worden de zwaktes van ondernemingen pijnlijk blootgelegd, waardoor selectief te werk gaan nog belangrijker wordt."