Tulpenmanie

Definitie

De tulpenmanie in Nederland in de zeventiende eeuw is een klassiek voorbeeld van een hype. De rage wordt ook wel tulpengekte, tulpomanie, tulpenrage, tulpenwoede of bollengekte genoemd.


De tulp, inmiddels een symbool voor Nederland, reisde in de zestiende eeuw vanuit Turkije, via Frankrijk en Engeland naar ons land. Het bezit van de bloemenbollen was eerst alleen voor de allerrijksten. Later was het hebbedingetje ook voor de gewone burger toegankelijk. Nederlanders raakten tussen 1630 en 1637 verliefd op de tulpenbol en kochten de bloembollen massaal. Windhandel De prijs van een bol kon op het hoogtepunt van de hype in 1636-1637 evenveel opbrengen als een luxe grachtenpand in Amsterdam. Tulpenbollen werden maar een keer per jaar uit de grond gehaald. Daardoor ontstond er een zogenoemde windhandel. Niet de tulpenbollen zelf, maar ‘aandelen’ in de bollen werden verhandeld. Wouter Winkel De Alkmaarse kastelein Wouter Winkel is een van de Nederlanders die in de zeventiende eeuw voor zijn spaargeld tulpenbollen kocht. Wouter en zijn vrouw overlijden voordat de bollen zijn verkocht en hun zeven kinderen belanden in een weeshuis. De tulpenbollen worden door het weeshuis geveild. De opbrengst bedraagt ruim veertigduizend euro, een bedrag dat nu vergelijkbaar is met een aantal miljoen euro. De kinderen zijn in een klap rijk en ook het weeshuis pikt een graantje mee. Einde van de tulpenmanie Vele jaarsalarissen worden tussen 1630 en 1637 besteed aan de tulpenbollen, in de hoop ze later voor meer geld door te verkopen. Tulpentelers kunnen de complete gekte op een gegeven moment niet meer bijbenen. Dan keert in 1637 het tij. Beleggers vragen zich af of een tulpenbol wel een huis waard is. Bovendien is het aanbod gigantisch nu veel landbouwers zijn overgegaan op het telen van tulpen. De bollen worden gedumpt en prijzen zakken met meer dan negentig procent. Duizenden Nederlanders, vooral de kleine particuliere beleggers, zijn de pineut.


Zie ook