De kalmte voor de storm

Tracy Chen, CFA, CAIA, Portfolio Manager and Head of Structured Credit, Brandywine Global (een filiaal van Legg Mason )

Eind verleden jaar waren we ervan overtuigd dat een mogelijke handelsoorlog tussen de VS en China het grootste risico in 2018 zou vormen. Meer zorgwekkend was dat de marktconsensus geloofde dat er geen handelsoorlog maar enkel een verbale oorlog zou komen. Eerst zagen we dat president Trump het statuut van China als “markteconomie” ontkende, dan kwam er een tarief op zonnepanelen en wasmachines. Maar het zijn de tarieven op staal en aluminium die de markt wakker schudde, al zijn die maar een waarschuwingsschot voor een handelsoorlog.

Het nakende verdict over het onderzoek naar intellectuele eigendomsrechten zal de echte handelsoorlog inluiden. Staal en aluminium zijn oude industrieën – de echte handelsoorlog zal zich focussen op innovatie en technologie. Zal een dreigende handelsoorlog de bedrijven doen aarzelen om te investeren ? En hoeveel van dit risico is al ingeprijsd?

Niet per se de huidige importtarieven zullen een onmiddellijke negatieve impact hebben op de wereldwijde handel en economie. Wel de daaropvolgende wraakmaatregelen en diepe tegenstellingen in de wereldorde zullen significante gevolgen hebben. Er zit nog meer aan te komen in het handelsconflict tussen de VS en China. De beschuldigingen inzake diefstal van intellectuele eigendom zijn een belangrijker zaak om in het oog te houden. De fiscale stimulus van Trump via een belastingvermindering en de verzwakkende dollar zijn dreigende tekenen dat het huidige overheidstekort van de VS nog zal toenemen in plaats van te verminderen. Een stijgend overheidstekort zal Trump ertoe aanzetten om meer agressieve protectionistische maatregelen te nemen, zelfs al is het niet het juiste beleid om dit op te lossen. Het Amerikaanse overheidstekort wordt veroorzaakt door zware structurele problemen. Protectionisme is de verkeerde oplossing, vooral in dit complexe post-geglobaliseerd tijdperk. Het resultaat zal het verbreken van de wereldwijde bevoorradingsketen zijn, een stijgende frictie van een wereldhandel die al op zijn top zit, een dalende productiviteit en het stijgende risico op een tragere wereldwijde groei.

Het zeer fragiele wereldwijd economisch herstel kan daardoor in gevaar gebracht worden, vooral in de eurozone en in sommige groeimarkten waar handel voor het meeste herstel zorgde. De dollar verminderde in waarde tijdens “recente” historische protectionistische perioden in de VS. Bijvoorbeeld in 1971 onder president Nixon en in 1985 onder Reagan. Niet alleen omdat de toenmalige regeringen importtarieven hanteerden om de dollar in waarde te doen verminderen, maar omwille van het effect veroorzaakt door het einde van het Bretton Woods systeem in de jaren ’70 en het aansluitende Plaza Akkoord in de jaren ’80. Protectionisme zou tot een hogere inflatie, rente en een mogelijk sterkere dollar kunnen leiden – wat Trump niet wil zien gebeuren. De renminbi zou ook kunnen verzwakken als China wraak neemt om zijn exportaandeel te behouden. Als een handelsoorlog uitbreekt, dan zouden spread activa en groeimarktactiva zonder onderscheid verkocht kunnen worden. Een massale verkoop kan nochtans kansen bieden voor waardebeleggers. De markt heeft een passieve houding aangenomen tegenover een potentiële handelsoorlog en daarom is voorzichtigheid geboden.