Beleggen voor beginners: Let op de kosten

Je eigen beleggingsportefeuille samenstellen is zo gedaan: zorg dat je duidelijke doelen hebt, stem je beleggingen op die doelen af, houd de kosten laag en blijf trouw aan je beleggingsplan bij een onrustige markt. Wim van Zwol (Vanguard) werkt deze vier beleggingsprincipes verder uit en verdeelt het samenstellen van een portefeuille in zes heldere delen. Vandaag het zesde en laatste deel: let op de kosten.

In elk bedrijf geldt: de winst is datgene wat je overhoudt na aftrek van de kosten. Bij beleggen is het niet anders; kosten kunnen je portefeuille maken of breken. Hoe hoger de prijs, hoe beter de kwaliteit, toch? Niet altijd. Want als het op beleggen aankomt, is vaak het tegendeel waar. Dat komt doordat de kosten van je belegging je break-even punt zijn; het is de horde die je elk jaar moet nemen om een positief rendement te realiseren. Bekijk het zo: als je bijvoorbeeld € 100 belegt en je jaarlijkse beleggingskosten zijn 2%, dan blijf je in het rood staan totdat de waarde van je belegging stijgt tot ten minste € 102. Zijn de kosten 3%, ligt dat bedrag op € 103, enzovoorts.

Kortom, hoe hoger je kosten, hoe groter de uitdaging om een mooi rendement te behalen. Beleggen hoeft niet ingewikkeld te zijn. In essentie komt het erop neer dat je een doel vaststelt, bepaalt hoeveel risico je bereid bent te dragen en vervolgens op basis van deze criteria een paar geschikte beleggingen kiest. Maar als je te weinig aandacht besteedt aan de kosten, zal geen van deze beslissingen veel uitmaken.

Hoe alles bij elkaar komt

Als je geld investeert, vertrouw je erop dat iemand anders het voor je belegt. Of het nu rechtstreeks via een online beleggingsplatform is of via een vermogensbeheerder, je betaalt een vergoeding die deels is gebaseerd op het bedrag dat je investeert en de complexiteit waarmee dat gebeurt. Het gaat niet om een eenmalige vergoeding, maar iets wat je ieder jaar betaalt, tot het moment dat je besluit om de beleggingen te verkopen of je beleggingsrekening te sluiten.

Boven op de jaarlijkse kosten komen nog de transactiekosten (wanneer je een belegging koopt of verkoopt) en productkosten (de kosten die je betaalt voor de fondsen waarin je belegt). Alles bij elkaar kan dit oplopen tot een paar procentpunten of meer. Dat lijkt op het eerste gezicht niet veel, maar alles bij elkaar kan het effect op je rendement dramatisch zijn.

Bekijk het anders zo: als je € 10.000 belegt en dat bedrag levert in de loop van een jaar een rendement op van 5%, dan heb je het goed gedaan. Die € 10.000 is nu, op papier, € 10.500 waard.

Maar als je jaarlijkse beleggingskosten oplopen tot 2%, houd je daar slechts € 10.300 van over. Dat houdt in dat je 40% van je rendement verliest. Deze druk op je rendement kan in de loop van de tijd een nog verwoestender effect hebben. Als we bijvoorbeeld uitgaan van hetzelfde jaarlijkse rendement van 5% over 25 jaar, dan zou die investering van € 10.000 zijn gegroeid tot bijna € 34.000 bruto, maar je houdt er slechts € 21.000 van over na aftrek van de kosten!

Je hebt geen controle over de richting van de markten of het succes van de fondsbeheerders die voor jou de markt proberen te verslaan. Je kunt je risico's echter wel beter beheren door je beleggingen over verschillende markten te spreiden en je kosten te beheersen.

Beleggen via goedkope fondsen helpt je niet alleen om je risico's te spreiden, maar kan er ook voor zorgen dat je meer van je rendement behoudt en in de loop van de tijd meer geld opbouwt.