Schroders: Houden stevige stimuleringsmaatregelen het Chinese groeisprookje in stand?

China is een van de weinige opkomende economieën met de mogelijkheid om substantiële steunmaatregelen toe te passen. Op het Volkscongres werden de registers vol opengezet. Zal het voldoende zijn om het groeisprookje levend te houden? Craig Botham, econoom opkomende markten bij Schroders heeft grote verwachtingen en voorziet zelfs positieve neveneffecten voor de wereldeconomie.

Schroders heeft onlangs de groeiverwachtingen voor China fors verlaagd, ervan uitgaande dat de tweede economie ter wereld een dramatisch eerste kwartaal achter de rug heeft. Het is altijd onzeker in hoeverre de Chinese cijfers de werkelijkheid weergeven. Het lijkt er echter op dat de autoriteiten nu wel moeten toegeven aan het onvermijdelijke en het slechte nieuws voorzchtig naar buiten zullen brengen. De beleidsmakers hebben zelfs de groeidoelstelling losgelaten. Men richt zich nu meer op stabiele werkgelegenheid.

Gdp2020

Schroders gaat uit van een economische groei van 2,2% voor 2020, daarbij wordt rekening gehouden met forse stimulering. Een werkloosheid van 6% en een begrotingstekort van 3,6% voor 2020 biedt de mogelijkheid om een impliciete groeidoelstelling uit te werken. Nominaal zou dit iets meer dan 5% zijn, wat een reële groei betekent van 2 tot 3% dit jaar, afhankelijk van de inflatie.

Versterkende effecten


Daarvoor trekt China diverse registers open. Het begrotingstekort mag oplopen tot 3,6%, er wordt voor 1 biljoen RMB staatsschuld uitgegeven, naast meer schuld voor lokale overheden. In werkelijkheid valt het begrotingstekort veel hoger uit, reservefondsen worden aangewend om grotere tekorten te voorkomen. Het werkelijke tekort wordt geschat op 6,1% van het BBP. Dat is een stijging van 1,2 procentpunt. Verder heeft het speciale schuldpapier voor lokale overheden economisch een veel grotere impact dan de officiële cijfers suggereren. Sinds kort mogen overheden kapitaal aanwenden om schuld bij banken aan te gaan, waardoor er een hefboomwerking optreedt. Dat is een grote verandering en kan voor een positieve verrassing zorgen in de infrastructurele investeringen.

Meer gewenst

China wendt het grootste stimuleringspakket van alle opkomende markten aan. Dat kan positief uitpakken. De roep zwelt aan om meer, zoals extra kredietgroei, een hogere inflatiedoelstelling en nieuwe monetaire instrumenten die de reële economie rechtstreeks kunnen bereiken.

Infrastructuur profiteert

De vraag is waar al dat geld naartoe gaat. Schroders ziet grofweg twee profiteurs van deze stimuleringsmaatregelen. Deels is er sprake van verlichting voor bedrijven, maar het overgrote deel vloeit naar infrastructuur. Er is maar weinig stimulering gericht op consumptie en de Chinese huishoudens. Maar dat is conform de verwachting, omdat de pandemie effecten heeft op de consumptieve bestedingen die niet op te heffen zijn met meer geld. Als consumenten te bang zijn om te gaan winkelen, zullen ze het ook niet doen met meer geld op zak.

Infrastructuuraandelen

Het is daarom beter als de overheid zelf het geld laat rollen. Door het te besteden aan infrastructurele projecten zijn er allerlei positieve neveneffecten voor de rest van de wereldeconomie. Grondstoffenproducenten zijn directe begunstigden. Daarnaast zal ook de vastgoedsector profiteren, die lijkt zich op te maken voor een gezonde comeback.

Kortom, Schroders denkt dat de beleidsmaatregelen aangekondigd op het Volkscongres voldoende zijn om de Chinese groei overeind te houden en ook voor de rest van de wereld positieve effecten zullen hebben.