Standard Life ziet dienstensector VS groeien

Jeremylawson
Jeremy Lawson

De Amerikaanse economie is vooral een diensteneconomie. In het tweede kwartaal bedroeg de toegevoegde waarde van de dienstverlenende sector 68,9% van het BBP terwijl dit voor de financiële crisis nog 65,7% was. Toch krijgen economische trends in de dienstensector vaak minder aandacht in de macro-analyses dan zij horen te krijgen, gezien het dominante en groeiende aandeel van de dienstensector in de economie, signaleert Jeremy Lawson, hoofdeconoom bij Standard Life Aberdeen Investments.

Lawson draagt daar drie oorzaken voor aan:

  • De dienstensector loopt doorgaans achter op de goederencyclus
  • Dienstverlenende bedrijven hebben vaak een kleinere omvang en zijn minder prominent aanwezig. Er zijn ook relatief weinig dienstverlenende bedrijven met een beursnotering. ,li>Data over de activiteiten in de dienstensector komt met vertraging beschikbaar ten opzichte van activiteit in de goederensector en ze zijn moeilijker meetbaar.

    Diensten zijn al sterk, maar het kan nog sterker

    Desalniettemin kan aan de hand van een aantal deelindicatoren, zoals werkgelegenheid, consumentenbestedingen en onderzoek toch een goed beeld worden gevormd van de Amerikaanse dienstensector. Uit onderzoeksgegevens blijkt dat de groei in dienstverlening aantrekt en momenteel piekt. Nieuwe orders in de dienstverlenende sector zijn recentelijk verder toegenomen, terwijl deze al op een hoog niveau lagen. De groei zal zeker tot in begin 2018 robuust blijven.

    Groeiende consumentenbestedingen vormen de basis voor de solide groei van de dienstverlening. De reële uitgaven aan diensten zijn niet zo sterk als toen de dalende olieprijzen de koopkracht van huishoudens verhoogden, maar het niveau ligt nog altijd boven het gemiddelde van de afgelopen tien jaar. Hoewel de groei van de reële uitgaven aan diensten aanhoudend lager is dan die van de reële uitgaven aan goederen, ligt de dienstenprijsinflatie gemiddeld ruim boven de goederenprijsinflatie. Dit betekent dat het aandeel van diensten in de nominale uitgaven feitelijk licht is gestegen.

    Toch is de grootste vertraging van de kerninflatie in 2017 veroorzaakt door een zwakkere dienstenprijsinflatie, die nu bijna een procentpunt lager is dan toen het werkloosheidspercentage voor het laatst op zijn huidige niveau was. Wat verklaart deze zwakte? Lawson kijkt hiervoor naar de arbeidsmarkt en productiviteit. In de afgelopen twee jaar zijn zowel de werkgelegenheid in de dienstverlenende sector als het aantal gewerkte uren aanzienlijk vertraagd, terwijl de productiviteitsgroei in de sector aantrekt. Dus hoewel de nominale loonontwikkeling in de dienstensector een stijgende lijn vertoont, is de groei van de arbeidskosten per eenheid product gedaald tot een van de laagste percentages van de gehele expansieperiode. Volgens Lawson is het dan ook geen wonder dat de dienstenprijsinflatie beperkt is gebleven.

    Analist.nl Nieuwsdienst: +31 084-0032-842
    nieuws@analist.nl

    Copyright analist.nl B.V.
    All rights reserved. Any redistribution, duplication or archiving prohibited. Analist.nl doesn't warrant the accuracy of any News Content provided and shall not be liable for any errors, inaccuracies or for any actions taken in reliance thereon.