Door Florent Delorme, Macro Strategist bij M&G Investments
Florent Delorme |
De steun aan de overheidsuitgaven via inkoopprogramma's van staatsobligaties en de stimulering van kredietverstrekking voor de economie liggen nu verankerd in het beleid van onze monetaire instellingen. Veel van onze leiders en economen roepen inmiddels op tot het loslaten van begrotingsbeperkingen in Europa om productieve investeringsprogramma's te financieren. Dit is ook wat bijvoorbeeld Christine Lagarde, Emmanuel Macron, Laurence Boone* of Olivier Blanchard** graag zouden willen.
De huidige economische doctrine in het Westen, met klassieke inslag, wijzigt door de druk van de gebeurtenissen dus op essentiële punten van koers. Wie had ooit kunnen denken dat voorstanders van de orthodoxe leer zich gedwongen zouden zien de stellingen aan te hangen die traditioneel door radicaal links werden verdedigd? Denk aan de monetisatie van de overheidstekorten, de verhoging van de uitgaven en de schuld, en de verlaging van de rente en de valutakoers. Het hele arsenaal aan keynesiaanse maatregelen is present.
De tijden zijn dan ook veranderd. Deflatie dreigt en een fiscaal stimuleringsbeleid kan in een dergelijke context verstandig zijn. Deze koerswijziging is opmerkelijk, omdat er vier decennia mee worden afgesloten waarin de klassieke economische theorie de boventoon voerde en die de grote kneedbaarheid van het kapitalisme bewees. Pragmatisme is de norm.
Voor sommige vertegenwoordigers van de orthodoxe school is deze ombuiging, die zij als een gevaarlijke verloochening beschouwen, een doorn in het oog. Misschien moeten we ze eraan herinneren dat het strikte beleid in Frankrijk van begin jaren dertig toch leidde tot een economische depressie, zelfs toen er sprake was van laagconjunctuur? De overwaardering van de munt en het hoge renteniveau lieten de consumptie en investeringen inzakken. Maar als je bedenkt dat de banken niet kunnen overleven bij een langdurig lage rentestand, dan lijkt deze maatregel niet bevorderlijk. Het is echter niet zozeer de lage rente die de winstgevendheid van banken drukt, maar de verharding van de regels en de bijbehorende eisen voor het eigen vermogen, tegen een achtergrond van flinke concurrentie.
*hoofdeconoom van de OESO
**professor aan het MIT en voormalig hoofdeconoom van het IMF