Carmignac : Analyse economisch beleid Trump

Bijdrage geschreven door Didier Saint-Georges, Algemeen Directeur en lid van het Investeringscomité van Carmignac

Onder het mom van ‘America First’ voert de regering-Trump een handelsbeleid waarvan men de achtergrond moet kennen om het te snappen. Dit beleid betwist de vrijhandel, omdat China zich niet aan de spelregels zou houden en van de 'vrijhandel van anderen' zou profiteren om zich ten koste van die anderen te verrijken. Of deze beschuldiging aan het adres van China nu waar is of niet, ze is voor de Verenigde Staten een rechtvaardiging om hetzelfde – uitdrukkelijk mercantilistische – beleid te voeren, met als argument dat 'de situatie weer in evenwicht moet komen'.

Didiersaintgeorges
Didier Saint-Georges

De werking van het mercantilisme is welbekend, vooral in Europa, waar in de 17e eeuw Frankrijk, de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en Engeland deze doctrine op grote schaal hanteerden. Het is een situatie waarbij een land gebruik maakt van zijn machtspositie om zich te verrijken door zijn handelspartners voorwaarden op te leggen die zijn eigen maakindustrie stimuleren en het land in kwestie een enorm extern overschot bezorgen. Deze doctrine gaat er niet vanuit dat vrijhandel voor alle partijen profijtelijk is, maar beschouwt handel als een nulsom waarbij er voor iedere winnaar een verliezer is. Momenteel is het fiscale- en handelsbeleid van de Verenigde Staten gericht op belastingverlaging voor binnenlandse producenten en belastingheffing op goederen uit het buitenland. Hiermee worden investeringen in de Verenigde Staten gestimuleerd ten koste van opkomende landen en is de trend van de afgelopen veertig jaar, die was ingegeven door globalisering, gekeerd.

Levert de strategie van het mercantilisme van Donald Trump blijvend winst op?

Uiteraard leidt de door het machtigste land op aarde aangewende krachtsverhouding op korte termijn tot spectaculaire resultaten. Zoals toentertijd het Frankrijk van Lodewijk XIV zich verrijkte, zet Donald Trump momenteel een benijdenswaardige economische prestatie neer.

Maar het Trumpiaanse avontuur laat nu al zien dat het mercantilisme gedoemd is om op de klippen te lopen. De wereldeconomie afromen, enkel en alleen omdat het beter voor het thuisland is, is een vorm van nationalisme dat de handelspartners verarmt, wat vroeg of laat het boemerangeffect heeft van een verzwakte export in combinatie met enorme bilaterale spanningen. Na een opeenstapeling van hevige, door mercantilisme veroorzaakte onderlinge rivaliteit in de 17e eeuw, werd deze doctrine dan ook geleidelijk niet meer toegepast.

We mogen ervan uitgaan dat deze struikelblokken in de 21e eeuw andere vormen zullen aannemen. Amerikaanse multinationals zullen aanvankelijk profiteren van de winstmarges die in de internationale bevoorradingsketens te behalen zijn. Aan de andere kant zal China zich door het Amerikaanse protectionisme gedwongen voelen om zijn economie voor een sociaal en financieel ontoelaatbare vertraging te behoeden, en bestaat het risico dat het land als tegenmaatregel zijn munt zal laten afglijden. Een waardevermindering van de renminbi zou elke hoop op een handelsakkoord tenietdoen en een flinke dosis deflatie naar de Verenigde Staten en de rest van de wereld exporteren, waar momenteel niemand op zit te wachten. Een krachtig ingrijpen van de Fed in de vorm van een snelle renteverlaging zou de wereldeconomie weliswaar tijdelijk nieuw leven kunnen inblazen, maar zou wel tot gevolg hebben dat de VS in een wereldwijde valutaoorlog verzeild raken.

Het gevaar van Trumpisme is dat het op korte termijn profiteert van een gunstige machtsverhouding, maar op middellange termijn zeer destabiliserende gevolgen heeft.