Aantrekkend Oost-Europa profiteert van soepel beleid in eurozone

Door Ken Orchard, portefeuillebeheerder van het T. Rowe Price Diversified Income Bond Fund

De jongste cijfers van de PMI voor de industrie uit de eurozone vielen onverwacht laag uit. Waarom ze zo tegenvielen is lastig te zeggen, maar waarschijnlijk kwam het door een combinatie van idiosyncratische factoren zoals de Brexit en meer algemene zorgen over de wereldeconomie.

Kenorchard
Ken Orchard

Hoe dan ook, het gevolg is dat de Europese Centrale Bank (ECB) de rente voorlopig niet zal verhogen. Dat is goed nieuws voor beleggers in Midden- en Oost-Europa, waar de groei sterker is dan elders op het continent.

Dankzij de combinatie van sterke lokale groei en een aanhoudend soepel beleid in de aangrenzende eurozone kunnen er in Midden- en Oost-Europa opnieuw goede beleggingskansen ontstaan. Hieronder zetten we de belangrijkste vooruitzichten voor de vier grote economieën in de regio op een rij.

Roemenië

Roemenië heeft een veelbewogen periode achter de rug. Tussen 2016 en 2018 stimuleerde de populistische regering de economie te sterk waardoor de inflatie omhoog schoot, wat het beleggersvertrouwen aantastte. Inmiddels begint de inflatie weer te dalen en zijn er signalen dat de regering tot een meer verantwoord begrotingsbeleid is overgegaan. Na een verhoging met 75bps vorig jaar is het onwaarschijnlijk dat de centrale bank de rente de komende tijd verder ophoogt, als de inflatie tenminste – zoals wij denken – onder controle blijft. De Roemeense obligatierendementen zijn dit jaar tot dusver stabiel en zouden in navolging van die in de eurozone verder kunnen dalen; zodoende hebben wij momenteel een long-positie in Roemeense rentes.

Servië

Toen wij begonnen Servische obligaties te kopen, hadden ze nog een tweecijferig rendement. Inmiddels is de 10‑jaarsrente naar 5,5% gezakt, maar hebben ze naar onze mening nog steeds waarde te bieden. De inflatie in het land ligt de laatste jaren redelijk stabiel rond de 2,4%, de overheid heeft een primair begrotingsoverschot en onderhandelt over toetreding tot de Europese Unie. Er is een goede mix van degelijke macro-economische fundamentals en verstandig beleid dat doet denken aan het Polen van 20 jaar geleden. Zodoende handhaven we deze positie.

Polen

Over Polen gesproken, momenteel zijn we short in Poolse rentes. De afgelopen jaren is het bruto binnenlands product van het land met maar liefst 5% gestegen en was de werkloosheid laag, maar bleven de loongroei en de inflatie achter, deels vanwege de instroom van Oekraïense arbeidskrachten. Dit lijkt voorbij te zijn en de lonen beginnen weer te stijgen, wat kan betekenen dat op termijn ook de rentes omhooggaan. We denken niet per se dat de Poolse rentes scherp zullen stijgen, maar als er één centrale bank gedwongen zal worden te verhogen, is dat waarschijnlijk de Nationale Bank van Polen. De markt voorziet de komende drie jaar geen verandering in de beleidsrente, zodat een short-positie in Poolse rentes verstandig lijkt als afdekking voor onze long-posities in Roemenië en Servië.

Tsjechische Republiek

Tot slot zijn we long de Tsjechische kroon versus de euro. De Tsjechische Republiek kampt al een jaren met een capaciteitstekort en was in de zomer 2017 een van de eerste landen die begonnen hun rente te verhogen. Dit betekent dat de korte rentes hoog zijn vergeleken met de rest van de regio, wat positieve carry ten opzichte van de euro oplevert. De economie is nog steeds oververhit en de inflatie ligt boven het streefcijfer. Naar onze mening is de valuta circa 5% ondergewaardeerd, en het is niet waarschijnlijk dat het renteverschil met de ECB zal dalen nu de ECB bezorgder wordt over de groei van de eurozone. Sterker nog, mogelijk schroeft de Tsjechische Nationale Bank de rente nog iets op, waardoor de valuta zou kunnen appreciëren. Vandaar onze long-positie in de Tsjechische kroon.