Schroders ziet kleine kans op escalaties in EM markt door Argentinië en Turkije

De zorgen over Turkije en Argentinië zijn weer toegenomen. De valuta van beide landen staan opnieuw onder druk. Nu de economische groei lijkt te haperen en de vrees voor een mogelijke recessie in de VS toeneemt, groeit de nervositeit over een eventuele besmetting van andere opkomende markten door de problemen in Turkije en Argentinië. Craig Botham, econoom opkomende makten bij Schroders, vraagt zich af of deze zorgen terecht zijn.

Macro-economische indicatoren spelen een belangrijke rol

De problemen van Turkije en Argentinië vertonen gelijkenissen. De inflatie is een grote zorg in beide economieën en de respectievelijke centrale banken hebben grote moeite ze te beteugelen. In Argentinië is de inflatie in maart gestegen tot 54,7% en in Turkije tot 19,7%. Deze niveaus liggen ver boven het gemiddelde van de opkomende markten. Ze zijn gestegen op een moment dat de inflatie in de rest van de opkomende landen vlak of dalend is.

Craigbotham
Craig Botham

De inflatie in andere landen is goed onder controle dankzij een mix van mondiale en binnenlandse factoren. Een andere uitdaging voor Turkije is dat het land nog maar weinig munitie over heeft om zijn munt te verdedigen. De deviezenreserves zijn ontoereikend. Of het land voldoende reserves heeft om een paar maanden import te financieren, of om zelf de schuld in harde valuta te financieren (schuld uitgedrukt in de valuta van een land dat als historisch politiek en economisch stabiel wordt beschouwd, zoals de Amerikaanse dollar of de Japanse yen), maakt niet uit. In beide gevallen staat Turkije er slecht voor.

…maar geloofwaardigheid van het beleid ook

Verwachtingen spelen een cruciale rol in macro-economische modellen en op de financiële markten. Als er geen vertrouwen is dat de beleidsmakers in de toekomst de nodige maatregelen treffen, ook al doen ze nu de juiste dingen, dan zullen de consumenten, bedrijven en beleggers zich zorgen maken.

Zowel in Turkije als in Argentinië is er reden om grote vraagtekens bij het beleid te plaatsen. In Turkije is dit inmiddels een bekend verhaal. President Erdogan is fel gekant tegen een meer conventioneel monetair beleid en heeft daartoe herhaaldelijk de centrale bank aangemaand. Dat de centrale bank, ondanks de druk op de munt, zich niet houdt aan een eerdere toezegging om het rentebeleid aan te scherpen, gaf aan dat de twijfels bij het beleid gegrond zijn. De benoeming van de schoonzoon van Erdogan als minister van Financiën heeft er ook niet toe geleid om de zorgen van de markt weg te nemen. Er zijn tot nu toe weinig aanwijzingen dat het beleid in Turkije de goede richting zal uitgaan.

In Argentinië heeft president Macri moeite om zijn verkiezingsbeloften na te komen. Hij werd in 2015 verkozen op basis van een traditionele economische hervormingsagenda, die in eerste instantie werd aangemoedigd door de markten. De resultaten laten echter langer op zich wachten dan gedacht en de kiezers zijn er wel een beetje klaar mee. Voormalig president Cristina Fernández de Kirchner stijgt inmiddels in de peilingen voor de presidentsverkiezingen van oktober dit jaar. De terugkeer van Kirchner en het populistische beleid lijken steeds reëler te worden.

De politieke uitdagingen voor Turkije en Argentinië zijn fors. Het goede nieuws voor de rest van de opkomende landen is dat er weinig reden is om te veronderstellen dat ze besmet kunnen raken. Hooguit kan wel het sentiment bij de beleggers worden aangetast. Het wijst er ook op dat de beleggers de politieke ontwikkelingen in de gaten moeten houden en dat de beleidsmakers in woord en daad geloofwaardig moeten blijven.