Energie productie en distributie moet en kan anders

Bijdrage geschreven door Riens Meijer riens.meijer@wxs.nl

In de 21ste eeuw gaat de controle over de productie en distributie van energie drastisch veranderen: de reusachtige, gecentraliseerde, op fossiele brandstoffen gebaseerde energiebedrijven maken plaats voor miljoenen kleine producenten die hun eigen hernieuwbare energie opwekken en hun overschotten verkopen op een marktplaats van informatie en energie. De democratisering van de energie heeft grote gevolgen voor de manier waarop het leven van de gehele mensheid in de 21ste eeuw georganiseerd gaat worden.

Tot 1800 had de mensheid geleefd van directe energie van de zon, vooral in de vorm van voedsel, brandhout, vezels en een bescheiden gebruik van windenergie en waterkracht. Sinds 1800 leeft de mensheid van de schatkamers van opgeslagen zonne- energie die in fossiele brandstoffen is verpakt. Tot 1800, wanneer er geen epidemieën waren, werd de bevolkingsgrootte beperkt tot de mate waarin de mens instaat was voedsel te verbouwen en in andere basisbehoeften te voorzien (brandstoffen om te koken, trekkracht van dieren, water, onderdak).

Na 1800 konden diezelfde limieten worden opgeheven door kolen, olie en aardgas. Deze fossiele brandstoffen waren het resultaat van de fotosynthese van miljoenen jaren eerder, misschien wel 300 tot 350 miljoen jaar in het verleden, toen plantaardig en dierlijk materiaal bedolven raakte onder de aardkost, onbereikbaar voor de mens totdat mijnwerkers het materiaal aan het begin van het industriële tijdperk gingen opgraven. Nadat de mensheid deze brandstoffen ging benutten, maakten de traditionele limieten voor voedsel, water, transport en onderdak allemaal plaats voor nieuwe technologieën op basis van fossiele brandstoffen. In de jaren tachtig van de vorige eeuw bereikte de op fossiele brandstoffen gebaseerde Industriële Tijdperk haar hoogtepunt. Tevens werd de wereld toen met een probleem geconfronteerd waar een generatie daarvoor nog nauwelijks van gehoord had: kooldioxidebeheer.

De olie exploitatie in het Industriële Tijdperk werd gekenmerkt door reusachtige schaalgrootte en centralisatie. De winning van olie en andere fossiele brandstoffen vereist nu eenmaal een enorm kapitaal en bevordert verticale schaalvoordelen, die een hiërarchisch bevel – en bestuursstructuur nodig maken. De oliesector is een van de grootste en kostbaarste industrieën die de wereld ooit heeft bedacht voor winning, verwerking en distributie van energie.

Het Kennis- en Innovatietijdperk wordt daarentegen georganiseerd rond decentrale hernieuwbare energie kernen die overal aanwezig en grotendeels gratis zijn: zon, water, aardwarmte, biomassa, golfslag en getijden. Deze verspreide energievormen kunnen op miljoenen locaties gewonnen worden, gebundeld en met anderen gedeeld via intelligente stroomnetten om een optimaal energieniveau te bereiken en een goed presterende duurzame economie te onderhouden. Het is zonder meer duidelijk dat oplaadbare elektrische auto`s de belangrijkste overbruggingstechnologie tussen de hedendaagse auto`s en die van een op waterstof gebaseerde economie later deze eeuw zal zijn.

Astronauten draaien al bijna vijftig jaar rondjes rond de aarde in ruimteschepen die worden aangedreven door waterstof – brandcellen. Er is een belangrijke reden (luchtvervuiling) om die technologie naar de aarde als opslagmedium voor hernieuwbare energie terug te brengen.

Riens Meijer is de schrijver van het Oranje boekje over hoe de toekomst van Nederland eruit moet zien en hoe de huidige status van Nederland tot stand is gekomen